Van oudsher staat de Peperstraat bij Bosschenaren bekend als ‘rijk en deftig’. Hoewel men vanaf de zeventiende eeuw cijnzen (grondbelasting) ook in peper kon betalen, is het maar de vraag of deze uitheemse specerij iets met de naam van de straat van doen heeft. | 41 |
Peper werd als specerij al gebruikt door oude volken als Perzen, Egyptenaren, Grieken en Romeinen. Ze voegden het als smaakmaker en geurmiddel toe aan voedsel. In de middeleeuwen was het in West-Europa bijzonder schaars, en daardoor ‘peperduur’. Het waren destijds vooral de Arabieren die peper naar Europa brachten. Het is evenwel de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) geweest, opgericht in 1602, die vanaf de 17e eeuw de exotische specerij peper in grote hoeveelheden in de Nederlanden invoerde. De naam Peperstraat komt in Den Bosch echter al in de middeleeuwen voor. Ze wordt reeds vermeld in een schepenbrief uit 1303: ‘de vico dicto Peperstrate’, hetgeen betekent ‘in de nabijheid van de Peperstraat’ (Archief Bisdom ’s-Hertogenbosch, karthuizers van Vught). Het archief van het bisdom ’s-Hertogenbosch heeft de archiefstukken van het kartuizerklooster in 2010 in beheer gegeven aan het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) te ’s-Hertogenbosch. De Bossche Peperstraat bestond dus al lang, voordat de peperhandel in de 17e eeuw zo’n grote vlucht nam. De straatnaam herinnert niet aan het VOC-koopmansverleden, maar aan een periode daarvoor. Mogelijke verklaringIn zijn boek ‘Straat in Straat uit’ (1984) geeft J.A.M. Roelands een mogelijke verklaring. Hij stelt dat de Peperstraat haar naam te danken heeft aan een perceel grond. Dat heette ‘De Pepers’, en strekte zich in de middeleeuwen uit van ongeveer de Hinthamerstraat tot aan de Oude Dieze. Het perceel was in eigendom van de hertogen van Brabant. De Sint-Jan is op een deel van De Pepers gebouwd. Roelands is op zoek gegaan naar de betekenis van de terreinnaam De Pepers. Het blijkt dat de bevolking ook de namen Peperwei en Peperkamp voor het perceel gebruikte en verder dat de naam Peperstraat ook in andere Nederlandse steden voorkomt. Nederland telt ongeveer zeventig Peperstraten. Hieruit kan worden afgeleid dat er een gemeenschappelijke oorzaak moet zijn voor het ontstaan van deze naam. Veel van die Peperstraten liggen in het rivierengebied, of elders in de buurt van water, een flink deel ervan ligt in historische binnensteden. De reden om de naam ‘Peperstraat’ te gebruiken is een plant die luistert naar de naam ‘waterpeper’. Polygonum hydropiper is de wetenschappelijke naam van die plant. Polygonum verwijst naar de inheemse plantenfamilie Duizendknoop, hydropiper betekent waterpeper. De plant komt in ons land vrij algemeen voor, op of bij vochtige plaatsen. Nog in de 19e eeuw groeide de waterpeper volop in het buitengebied van ‘s-Hertogenbosch, op de vestingsingels en langs de Dieze. Kenmerkend zijn de knopige stengels en de verspreid staande bladeren. Vrijwel alle delen van de plant veroorzaken een brandende smaak. Het zijn de gedroogde zaden van de waterpeper die peperachtig smaken en vroeger als vermalen keukenkruid in de maaltijden werd gebruikt. Het is niet onmogelijk dat de waterpeper veelvuldig op of bij De Pepers voorkwam. Het ontstaan van de straatnaam Peperstraat is volgens Roelands toe te schrijven aan de in het wild groeiende, inheemse plant waterpeper: een gratis kruid!MattenbiesEen andere, mogelijke verklaring van de naam Peperstraat geeft de toponymist Marcel van der Heijden (Bossche Bladen, 2004, 4). Er blijken meer planten te zijn die in de volksmond een naam hebben met ‘peper’. Zo is er een plant die mattenbies heet (officieel Scirpus Lacustris), die ook peper genoemd werd. In deze betekenis is het woord ‘peper’ verwant met het Middelnederlandse woord ‘pepe’ dat ‘riet- of strohalm’ betekent. In de | 42 |
middeleeuwen werd de mattenbies veel gebruikt voor allerlei soorten vlechtwerk: biezen manden, zittingen van stoelen en krukjes, matten. Deze ‘peper’ zal in de middeleeuwen bij veel mensen bekender zijn geweest dan de gelijknamige specerij. De mattenbies groeit overvloedig in nat, moerassig terrein rondom de steden. Het is opvallend dat veel van de eeuwenoude Peperstraten in Nederlandse steden haaks op een kreek, beek of riviertje lopen. Dat is in Den Bosch ook het geval: de Bossche Peperstraat loopt haaks op een tak van de Binnendieze, de Verwersstroom. Het is goed mogelijk dat namen voor gronden als De Pepers, Buitenpepers, Peperkamp, Pepersteeg, Pepereind en Peperwei samenhangen met ter plaatse groeiende mattenbies. Harde conclusies zijn moeilijk te trekken. Maar als door onderzoek aangetoond wordt, dat bij De Pepers vroeger stoelenmatters of biezenvlechters woonden, zou dat de door Van der Heijden gegeven verklaring kunnen ondersteunen. RijksmonumentenDe vroegere huizen uit de (late) middeleeuwen aan de Peperstraat zijn veelal in de achttiende en negentiende eeuw gesloopt en vervangen door de huidige woningen. Daar zitten grote patriciërswoningen bij, maar ook enkele relatief kleinere woonhuizen. Op één woning na staan alle panden in de Peperstraat geregistreerd als rijksmonument. De huisnaam van Peperstraat 6 is Huizinghe De Loet. Het is een monumentaal complex in doristische stijl uit omstreeks 1840. Het herenhuis Peperstraat 10 is in 1909 gebouwd en toont de vormentaal van de Um 1800-stijl, met classicistische invloeden. Tussen 1961 en 1993 was het officieel de ambtswoning van de Bossche burgemeester.Peperstraat 7 staat bekend als het notarishuis: de woning is jarenlang het onderkomen van Bossche notarisgeslachten geweest. Peperstraat 14-16 is een patriciërshuis met een monumentale, gepleisterde, doristische gevel uit 1846. Aan de linkerzijde bevindt zich de inrijpoort van het koetshuis. Het grote gebouw aan de Peperstraat 15, met huisnaam De Wereld, werd ooit door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed omschreven als een ‘deftig hoog pand’. Sinds 1970 zijn de in 1949 gefuseerde sociëteiten Amicitia en De Zwarte Arend er gehuisvest. Peperstraat 22 (De Berenbijt) is een monumentaal hoekpand met een neoclassicistische voorgevel uit 1852. Het is genoemd naar een huis uit 1664, dat hier op de plaats van twee oudere huizen kwam. Wereldse camerenAchter de statige gevels van Bossche straten gaat vaak een andere wereld schuil, een die in schril contrast staat tot de deftigheid aan de straatzijde. Dit gaat ook op voor de Peperstraat. Tussen de grote panden Peperstraat 9 en 11/13 bevindt zich een smal steegje. Het strekt zich ongeveer dertig meter tussen hoge muren uit, met een rechte bocht naar links en een haakse naar rechts. De naam van het steegje, Achter de Wereld, wordt toegeschreven aan het pand De Wereld aan de Verwersstraat 104-104A. In dit gebouw was begin 18e eeuw een bierhuis met brouwketel gevestigd. Het complex had hier tevens een uitgang in de Verwersstraat. Maar ook het pand Peperstraat 15, waar het steegje schuin achter ligt, heet De Wereld. Aan het einde van het steegje staan vier oorspronkelijke cameren (eenkamerwoningen) onder één dak, gebouwd rond 1800. De vier woninkjes hadden een begane grond van 3,90 bij 4,60 meter en een zoldertje met borstwering, ze hebben ooit behoord tot het Ulemanshofje voor oude en armlastige vrouwen, later ook Het Brants Gasthuis genoemd. In de tachtiger jaren van de vorige eeuw waren de huisjes bouwvallen, in 1986 zijn de pandjes grondig gerestaureerd. Een behield zijn oorspronkelijke grootte. De drie andere zijn tot één woning verbouwd. Uiterlijk lijken er echter nog steeds vier huisjes naast elkaar te staan, met vier voordeuren, vier ramen en vier dakkapellen. De tuinmuur is twee meter hoog en honderden jaren oud. De huisnummering wijkt nogal af: de samengevoegde woning heeft als officiële adres Achter de Wereld 3-5-7, het buurhuis heeft nummer 6. Hoewel het een openbare weg is, is Achter de Wereld afgesloten met opengewerkt, ijzeren sierhekwerk, waarin een globe verwerkt is. | 43 |
Bronnen | |
• | Bossche Encyclopedie |
• | Marcel van der Heijden, 'Van St(r)aatswege - De Peperstraat' in: Bossche Bladen 4 (2002) |
• | Ed Hupkens, Bossche straten en stegen. De historische binnenstad in 180 doorkijkjes (2012) |
• | Ed Hupkens, 'Peperduur, gratis kruid of biezen matten' in: 073 Magazine 20 mei 2015 |
• | Klooster Sophiae Domus in Vught, (1303) 1465-1641 (1653), BHIC toegangsnummer 245 inv.nr. 47 |
• | J.A.M. Roelands, Straat in Straat uit (1984) |